In Zweden en Nederland kijkt men er niet meer van op maar in België is een kaswoning eerder een uitzonderingen.
Concreet bestaat de kaswoning uit een houtskeletbouw van 170 m2 omgeven door een serre van 30 x 12,20 m en een nokhoogte van 9 m. Een woning met een dubbele huid dus waarbij de buitenhuid – de glazen kas – een microklimaat vormt rond de woning en de kantoorruimte. Daardoor is er ruimte voor een eigen ‘voedselbos’, maar ook voor beleving en genieten op het terras en de zwemvijver.
Het project is dankzij innovatieve technologieën waterneutraal en energetisch 70% zelfvoorzienend. De materiaalkeuze wordt bepaald door het cradle-to-cradleprincipe van het circulaire bouwen.