info-steel-66

aan een polyvalent auditorium voor culturele activiteiten en de tweede verdieping aan een dubbelhoge sporthal. Een fraai dakterras maakt het plaatje compleet. Betonnen kern met staalstructuur De ondergrondse aanwezigheid van de metro, die diagonaal onder het Albertplein loopt, had een cruciale impact op de architecturale vorm- geving en de volumetrie van de gebouwen. De beschikbare funderingsruimte was immers erg beperkt en stemde niet overeen met de beoogde footprint. “Voor het kleine volume hebben we op het uiteinde van het perceel – vlak tegen de aanpalende woning – een paalfundering geplaatst. Deze ondersteunt een smalle betonnen kern, als tegenwicht voor het metalen vakwerk op de eerste verdieping, dat de fietsenstalling over- kapt en de bovenliggende verdiepingsniveaus draagt”, vertelt Julie Van Huynegem, die het project in goede banen leidde voor B-Architecten. “In het grote gebouw is een gelijkaardig principe toegepast, al was de beschikbare ruimte in de ondergrond daar wat groter en bedraagt de over- kraging van het vakwerk op de eerste verdieping maar liefst 10 meter. De staalstructuur is opge- hangen aan de betonnen kern met behulp van een diagonale trekker die de dubbelhoge tweede verdieping doorkruist. Kortom: de karakteristieken van de site waren niet ideaal, maar samen met studiebureau UTIL konden we toch een prima oplossing uitwerken. In totaal is er bijna 60 ton staal verwerkt in beide gebouwen: 39 ton open profielen, 12 ton gesloten profielen en 8 ton L-profielen.” Optimaal geïntegreerd landmark In architecturaal opzicht moesten de ontwer- pers twee uiteenlopende wensen verzoenen: enerzijds dienden ze te streven naar optimale integratie in het omliggende stedelijk weefsel, anderzijds mocht het complex zeker ook een ‘landmark’ zijn. “We hebben dit opgelost door de verdiepingsniveaus en de kroonlijsthoogte van het kleine gebouw en het rechtse deel van het grote gebouw te laten aansluiten bij de gabarits van de aanpalende woningen, terwijl de uitkraging van het grote gebouw als het ware loskomt van de trapeziumvormige sokkel un auditorium polyvalent pour les activités culturelles et le deuxième étage une salle de sport à double hauteur. Une belle terrasse sur le toit complète le tableau. Noyau en béton et structure en acier La présence du métro en sous-sol, qui traverse en diagonale la place Albert, a eu un impact crucial sur la conception architecturale et la volumétrie des bâtiments. En effet, l’espace disponible pour les fondations était très limité et ne correspondait pas à l’emprise prévue. « Pour le petit volume, nous avons réalisé une fondation sur pieux à l’extrémité du terrain – juste contre la maison adjacente. Celle-ci supporte un noyau étroit en béton, qui sert de contrepoids à la poutrelle métallique en treillis du premier étage, laquelle recouvre le local à vélos et porte les niveaux supérieurs », explique Julie Van Huynegem, qui a géré le projet pour B-Architecten. « Un principe similaire a été appliqué dans le grand bâtiment, bien que l’espace disponible en sous-sol y soit un peu plus grand et que le porte-à-faux du treillis au premier étage atteigne 10 mètres. La structure en acier est suspendue au noyau en béton au moyen d’un tirant diagonal qui traverse le deuxième étage à double hauteur. En bref, les caractéristiques du site n’étaient pas idéales, mais avec le bureau d’études UTIL, nous avons pu élaborer une excellente solution. Au total, près de 60 tonnes d’acier ont été utilisées dans les deux bâtiments : 39 tonnes de profilés ouverts, 12 tonnes de profilés fermés et 8 tonnes de profilés en L. » Point de repère remarquablement intégré dans son contexte Sur le plan architectural, les concepteurs ont dû concilier deux souhaits divergents : d’une part, ils devaient s’efforcer de s’intégrer au mieux dans le tissu urbain environnant et, d’autre part, le complexe devait être un ‘point de repère’. « Nous avons résolu ce problème en alignant les niveaux d’étage et la hauteur de la corniche du petit bâtiment et de la partie droite du grand bâtiment sur les gabarits des maisons adjacentes, tandis que le porte-à-faux du grand bâtiment s’affranchit, en quelque sorte, du 65