info-steel-47

stadium gebeuren. Afhankelijk van de prefabri- cage dient de planning al vast te staan op het moment van de productie. Hierbij speelt detaille- ring een belangrijke rol. Wijzigingen achteraf zijn immers moeilijk en kostbaar. Ook de montage op de bouwplaats vergt bijzondere aandacht. Zoals bij houtskeletbouw kunnen twee metho- des worden toegepast: de platform- of de balloonmethode. “De keuze hangt af van de engineering”, aldus Hélène de Troostembergh. Bij de eerste methode worden eerst de wanden geplaatst. Daarop wordt de vloer gelegd. Op deze vloer komen dan weer wanden enzovoort. De krachten uit de wanden worden via de vloe- relementen naar de onderliggende constructie overgedragen. Bij de balloonmethode worden de vloeren naast of tussen de wanden opge- hangen. De dragende wandelementen lopen dan verticaal voorbij de vloer door. De brandwerendheid van wanden en vloeren wordt bepaald door de componenten waaruit de verschillende elementen zijn opgebouwd. Staalprofielen zelf zijn onbrandbaar maar veron- derstellen wel een brandwerende bekleding. Hiervoor kunnen uiteenlopende materialen worden gebruikt, zoals gipsvezel- en gipskartonplaten. Naast economische aspecten gaan andere factoren steeds zwaarder doorwegen. Duurzaamheid en milieuprofiel worden almaar belangrijker. Prefab staalframe-elementen hebben een constante en hoge kwaliteit en kunnen prijstechnisch mooie kaarten voorleg- gen. Het feit dat staal volledig recycleerbaar is, is een niet te onderschatten extra-troef. Staalframebouw komt niet alleen in aanmer- king voor nieuwbouw. Ook voor optoppingen, uitbreidingen en renovaties is deze oplossing uiterst geschikt. Dit relatief nieuwe bouwsys- teem is bij Belgische architecten en aannemers evenwel nog te weinig bekend. “Wij ondernemen verschillende acties om architecten en aannemers met het product vertrouwd te maken en hen van de talrijke voordelen te overtuigen”, besluit Hélène de Troostembergh. “Het heeft hoe dan ook een enorm potentieel.” planning au moment de la production en fonc- tion de la préfabrication. Il est aussi important d’avoir des plans détaillés. Les modifications ultérieures sont en effet difficiles et coûteuses. Le montage sur le chantier demande également un grand soin. Comme pour une construction à ossature bois, on peut utiliser deux méthodes : la méthode à ossature plateforme ou à ossature croisée. « Le choix revient aux ingénieurs », selon Hélène de Troostembergh. Avec la première méthode, on monte d’abord les parois et puis on y place le sol. Sur ce sol, on monte à nouveau des parois et ainsi de suite. Les forces des parois sont transmises à la construction sous-jacente par les éléments de sol. Avec l’ossature croisée, les sols sont suspendus à côté ou entre les parois. Les éléments porteurs des parois se prolongent verticalement au-delà du sol. La résistance au feu des parois et des sols est déterminée par les composants des différents éléments. Les profilés en acier sont ininflam- mables mais ils ont besoin d’un revêtement ignifuge. Pour cela, on peut ainsi utiliser divers matériaux comme des panneaux de fibro-plâtre et de carton-plâtre. Outre les aspects économiques, d’autres facteurs gagnent en importance comme le caractère durable et le profil écologique du système de construction. Les éléments préfabriqués à ossa- ture métallique légère présentent une qualité élevée et constante et peuvent faire valoir des arguments techniques et de prix intéressants. Le fait que l’acier soit entièrement recyclable est un autre atout non négligeable. La construction à ossature métallique légère ne convient pas seulement pour les nouvelles constructions. Elle est parfaitement adaptée aux surhaussements, aux extensions et aux rénova- tions. Ce système de construction relativement nouveau est encore trop peu connu des archi- tectes et entrepreneurs belges. « Nous avons lancé différentes actions pour faire découvrir le produit et ses nombreux avantages aux archi- tectes et aux entrepreneurs », ajoute en guise de conclusion Hélène de Troostembergh. « Il offre en effet un énorme potentiel. ». 69