info-steel-45

Viaduct van Junglinster Het bouwwerk heeft een totale lengte van 444 m. De breedte van het brugdek is 17 m, wat overeenkomt met 3 rijstroken. Het viaduct bestaat uit 5 overspan- ningen (1x 55,50 m, 3x 111 m, 1x 55,50m). Het gaat om een gemengde brug met 2 stalen kokerliggers die een betonnen vloerdek (kwaliteit C35/45) dragen met een dikte die varieert van 0,25 à 0,40 m. De hoogte van de kokers varieert van 1,90 m in het midden van de overspanning tot 2,44 m. Om trekspanningen in het beton ter hoogte van de pijlers te voorkomen, werden deze zones in de lengterichting voorge- spannen. Op elke pijler verbindt een dwarsbalk de onderste delen van de vakwerken. De dwarsstabiliteit wordt aangevuld met een V-vormig windverband. De geringe lengte van de eerste en laatste overspanning impliceert opwaartse krachten ter hoogte van de land- hoofden. Deze krachten worden geneutraliseerd door een ballast in beton. De pijlers in C30/37 beton zijn rechthoekig en hol. De zichtbare hoogtes van deze pijlers liggen tussen 3 m en 20 m. Heel het raamwerk werd gefabriceerd volgens de criteria van de EN1990 in de ateliers van Victor Buyck Steel Construction in Eeklo. Er werd ongeveer 2.600 ton staal verwerkt. De dikte van de staalplaten schommelt tussen de 15 mm en 95 mm. Viaduc de Junglinster L’ouvrage à une longueur totale de 444 m. La largeur du tablier est de 17 m, ce qui correspond à 3 bandes de circulation. Le viaduc comporte 5 travées (1x 55,50 m, 3x 111 m, 1x 55,50 m). Il s’agit d’un pont mixte à 2 poutres longitudinales métalliques en caissons, supportant une dalle d’épaisseur variable de 0,25 à 0,40 m en béton de qualité C35/ 45. La hauteur des caissons varie de 1,90 m à mi-travée à 2,44 m . Pour éviter des tractions dans les bétons situés dans les zones proches des piles, ces zones sont précontraintes longitudinalement. Sur chaque pile, une entretoise relie les parties inférieures des treillis. La stabilité transversale est complétée par un contrevente- ment en «V» . La faible longueur de la première et dernière travée implique des efforts de soulèvement aux culées. Ces efforts sont neutralisés par un lestage en béton Les piles en C30/37 sont des piles rectangulaires creuses comportant un fruit. Les hauteurs visibles de ces piles sont comprises entre 3 m et 20 m. L’ensemble de la charpente est fabriqué selon les critères de la EN1990 dans les ateliers de Victor Buyck Steel Construction à Eeklo en Belgique. Le tonnage du projet s’élève à env. 2.600 tonnes. L’épaisseur des tôles varie de 15 mm à 95 mm. Junglinster Plaats_Localisation Le Gouvernement du Grand-Duché de Luxembourg, Ministère du Développement durable et des Infrastructures, Administration des ponts et chaussées, Division de la voirie de Luxembourg Opdrachtgever_Maître d’ouvrage Schroeder & Associés ingénieurs-conseils, Luxembourg Studiebureau_Bureau d’études Secolux, Leudelange Controlebureau_Bureau de contrôle A.M. BAM Lux - Felix Giorgetti, Luxembourg Algemeen aannemer_Entrepreneur général Victor Buyck Steel Construction, Eeklo (BE) Staalbouwer_Constructeur métallique Foto’s_Photos : Daniel Lahr (Schroeder & Associés - ingénieurs-conseils), Laurent Koob (Administration des ponts et chaussées) 48