info-steel-44

EN 1993-1-10 Tabel 2.1 : Maximaal toegelaten waarden van de elementdikte t in mm _EN 1993-1-10 Tableau 2.1 : Valeurs admissibles maximales d’épaisseur d’élément t en mm staalsoort _nuance d’acier staalkwaliteit _qualité d’acier kerfslagwaarde CVN_ énergie Charpy K v referentietemperatuur_ température de référence In België : - buiten: -14°C tot -21°C - binnen niet-verwarmd: 0°C - binnen verwarmd: 20°C • D T r = correctiefactor voor de stralingsverlie- zen, voor elementen buiten in België : -8°C • En voor niet-koudgevormde elementen geldt : D T s , D R , D T e , D T e cf zijn - voor België - gelijk aan 0°C Men kan dus besluiten, dat voor België een keuze voor T Ed = -30°C een veilige aanname is voor buitentoepassingen. Voorbeeld van het gebruik van tabel 2.1 van EN 1993-1-10 Er wordt een element buiten verondersteld met een dikte van 25 mm in de staalsoort S355 met een berekende σ Ed = 238 N/mm². 1. in rekening te nemen temperatuur : (-21°C) + (-8°C) = -29°C, afgerond naar -30°C 2. berekening van f y (t) : 355 - 0,25*25 = 348,75 N/mm² 3. σ Ed = 238 / 348,75 = 0,68 f y (t) 4. volgens tabel 2.1 van EN 1993-1-10 : • σ Ed = 0,75 f y (t) • T = -30°C • In de betreffende kolom, de 1ste waarde ≥ 25 mm is 25 mm en resul- teert in S355 J0 Tot slot, is het belangrijk te noteren dat de tempe- ratuur, vereist voor de kerfslagproef, niet nood- zakelijk deze is, die in rekening moet gebracht worden voor de bouwlocatie. Zo is de kerfslag- waarde, voor bv een staalstructuur S235 van 40 mm dikte onderworpen aan een t° van (-50°C), gelijk aan J2 (-20°C). Praktische gids Infosteel werkt aan een praktische gids met alle nuttige info en praktische voorbeelden voor de toepassing van EN 1993-1-10, waarin zowel breuktaaiheid als eigenschappen in de dikterich- ting aan bod komen. Deze ‘Gids voor de keuze van de staalkwaliteit’ zal in het najaar verschijnen. En Belgique : - extérieur: -14°C à -21°C - intérieur non-chauffé : 0°C - intérieur chauffé : 20°C • D T r = facteur de perte de rayonnement, pour des éléments extérieurs en Belgique : -8°C • Et pour les éléments pas formés à froid : D T s , D R , D T e , D T e cf sont - pour la Belgique - égal à 0°C En conclusion, en Belgique, le choix de T Ed = -30°C est sécuritaire, pour des applications à l’extérieur. Exemple d’utilisation du tableau 2.1 de l’EN 1993-1-10 Soit un élément à l’extérieur de 25 mm d’épais- seur et de nuance S355 avec σ Ed calculé = 238 N/mm². 1. température, prise en compte : (-21°C) + (-8°C) = -29°C, arrondi à -30°C 2. calcul de f y (t) : 355 - 0,25*25 = 348,75 N/mm² 3. σ Ed = 238 / 348,75 = 0,68 f y (t) 4. sur le tableau 2.1 de l’EN 1993-1-10 : • σ Ed = 0,75 f y (t) • T = -30°C • dans la colonne concernée, la 1ère valeur ≥ 25 mm est 25 mm correspon- dant à S355 J0 En conclusion, il est important de noter que la température, exigée pour l’essai de résilience, n’est pas nécessairement celle, à prendre en compte pour la zone de construction. Exemple, pour une structure en acier S235 de 40 mm d’épaisseur, soumise à une t° de (-50°C), l’essai de résilience exigé est J2 (-20°C) Guide pratique Infosteel prépare un guide pratique avec toutes les informations utiles et des exemples pratiques pour l’application de l’EN 1993-1-10, où aussi bien la ténacité que ses propriétés sont prises en considé- ration dans le sens de l’épaisseur. Ce ‘Guide pour le choix de la qualité de l’acier’ paraîtra en automne. 80

RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MDY=