info-steel-44

De breuktaaiheid wordt conventioneel aange- geven in de productbeschrijving van het mate- riaal door de kerfslagwaarde aan te geven, deze wordt uitgedrukt in Joules (27, 40 en 60 Joules). De betekenis van de symbolen wordt gegeven in de tabel (Fig.2). De meest voorko- mende types zijn in het vet aangeduid. Belang en type van het betrokken element • Dikte van het element : de maximale dikte houdt rechtstreeks verband met de taaiheid en de vermindering van de vloeigrens. • Het spanningsniveau σ Ed = spanning onder ( S G k + Y 1 .Q K1 + SY 2,i .Q Ki ) • S G k = blijvende belasting • Y 1 .Q K1 = frequente waarde voor de veranderlijke belastingen • SY 2,i .Q Ki = zijn de quasi-blijvende waarden van de gelijktijdige verander- lijke belastingen. σ Ed moet bepaald worden bij de gebruiksgrenstoestand Het spanningsniveau wordt uitgedrukt in het % van de gereduceerde vloeigrens. De meest voorko- mende spanningsniveaus situeren zich tussen σ Ed = 0,50 f y (t) en 0,75 f y (t). Het derde niveau dat beschouwd wordt, σ Ed = 0,25 f y (t), relateert naar de kleinste spanningen (vermoeiing inclusief trek). Referentietemperatuur op de betrokken locatie De referentietemperatuur op de locatie (T Ed ) wordt als volgt bepaald, waarbij er rekening moet mee gehou- den worden dat een aantal elementen in de nationale bijlage per land kunnen worden vastgelegd. T Ed = T md + D T r + D T s + D R + D T e + D T e cf • Met : T md = de laagste plaatselijke tempera- tuur (EN 1991-1-5). Fig.2 : Kerfslagwaarde _Fig.2 : Résilience Temperatuur Température Kerfslagenergie Résilience énergie 27 J 40 J 60 J +20°C JR KR LR 0°C J0 K0 L0 -20°C J2 K2 L2 -30°C J3 K3 L3 -40°C J4 K4 L4 -50°C J5 K5 l5 à basse température. La ténacité est repré- sentée de manière conventionnelle, dans la désignation de la nuance d’acier, par la résilience, exprimée en Joules, (27, 40 et 60 Joules). Les divers symboles sont repris, dans le tableau (Fig.2). Les types les plus courants sont indiqués en gras. Importance et type de l’élément concerné • Epaisseur de l’élément : l’épaisseur maximum est directement en rapport avec la ténacité et la réduction de la limite élastique • Le niveau de contrainte σ Ed = contrainte sous ( S G k + Y 1 .Q K1 + SY 2,i .Q Ki ) S G k = actions permanentes Y 1 .Q K1 = valeur fréquente des charges variables SY 2,i .Q Ki = valeurs quasi-per- manentes des charges variables d’accompagnement. σ Ed doit être déterminée à l’état limite de service Le niveau de contrainte est exprimé comme la % de la limite élastique réduit. Les niveaux de contraintes, les plus courants, se situent dans la plage σ Ed = 0,50 f y (t) en 0,75 f y (t). Le 3ème niveau, pris en compte, σ Ed = 0,25 f y (t) se réfère aux contraintes plus faibles et aux éléments, soumis à la fatigue , incluant une partie à la traction Température de référence au site La température de référence au site (T Ed ) est définie, comme suit, tenant compte du fait que certains éléments, peuvent être définis par l’an- nexe nationale du pays concerné. T Ed = T md + D T r + D T s + D R + D T e + D T e cf • Avec : T md = la température la plus basse sur site (EN 1991-1-5). 79