info-steel-42

Een balkvormig volume van 33 x 5 m nestelt zich binnen een bredere omkadering van gemene muren waarbij de restruimte is ingezet als tuin. Het ontwerp toont respect voor het industriële verleden door de zichtbaar blijvende restitutie van staalconstructie, dakhelling en straatbeeld, maar laat een hedendaagse leefkwaliteit penetreren door strak afgewerkte muur-, vloer- en plafonddelen en door een overvloedige toetreding van daglicht. Dit laatste is niet alleen bereikt door de laterale tuin en een patio tussen bureau- en leefruimte, maar ook door een geperforeerde straat- en tevens zuidgevel in weervast staal (‘corten’) en door een lichtstraat boven de oostelijke gemene muur. Twaalf identieke portieken met een hart-op-hart afstand van 3 m verschaffen de elf traveeën een zekere ritmiek die in het schrijnwerk van de tuingevel en in de ruimteverdeling is verdergezet. De met uiterste precisie gemonteerde profielen (verticale delen en dakspanten HEB 160, hori- zontale delen IPE 330) zijn om de twee portieken vastgezet aan de oostelijke gemene muur, zodat windverbanden binnen deze windluwe, ommuurde context verder overbodig zijn. Daar dit project in twee fases is gerealiseerd, zijn de portieken van het woongedeelte (fase I) traditioneel zwart Le volume parallélépipédique de 33 x 5 m est logé entre des murs mitoyens, avec un espace restant utilisé comme un jardin. La conception rend hommage au passé industriel par la restitution apparente de la construction métallique, la pente du toit et l’aspect depuis la rue, mais elle fait aussi la part belle à une qualité de vie moderne grâce à la finition épurée des murs, des sols et des plafonds et à l’abondance de la lumière du jour à l’entrée. Celle-ci est obtenue non seulement par le jardin et un patio sur le côté entre l’espace de bureau et l’espace de vie, mais aussi par la façade sud à rue en acier auto-patinable (‘corten’) et une galerie vitrée au-dessus du mur mitoyen à l’est. Douze portiques identiques présentant un entre- axe de 3 m apportent un certain rythme aux onze travées, qui trouvent un prolongement dans la menuiserie de la façade du jardin et dans la distri- bution de l’espace. Les profilés montés avec une grande précision (montants verticaux et fermes de toiture en HEB 160 et traverses IPE 330) sont fixés tous les deux portiques au mur mitoyen à l’est, ce qui rend inutiles les contreventements dans cet environnement emmuré abrité du vent. Le projet a été réalisé en deux phases, les portiques de la partie habitation (phase I ) sont émaillés en noir, categorie B 35